Context VN set links: model = Nieuw Noord-Bevelandpolder
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Nieuw Noord-Bevelandpolder
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Dijktraject Nieuw Noord-Bevelandpolder ligt op Noord-Beveland tussen Colijnsplaat en Wissekerke. Het heeft een lengte van 3,7 kilometer. Het dijktraject is in beheer en onderhoud bij het waterschap Scheldestromen.
Bijzonderheden:
Lesson learned: Cultuurhistorie
Museumglooiing ondertafel
Het projectbureau vroeg met enige regelmaat advies bij deskundigen van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), provincie Zeeland en Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ). Ook organiseerde het vanaf 2010 een jaarlijkse cultuurhistorische dag waarbij Zeeuwse professional werden uitgenodigd om de geplande dijkversterkingen te bekijken en advies uit te brengen. Op die manier werden alle cultuurhistorische objecten gestructureerd in beeld gebracht en konden ze eenvoudig in de projectplannen worden opgenomen. Input van deskundigen en samenwerking met specialistische organisaties had een grote meerwaarde voor het projectbureau.
Lesson learned: Werkzaamheden combineren
Herstel Vliete- en Thoornpolder (2007)
Zeeweringen werkte vaak samen met andere partijen (gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat, waterschap Scheldestromen, lokale ondernemers) om de dijkversterking efficiënt uit te voeren, kosten te besparen en overlast te beperken. Zo voerde het projectbureau regelmatig op verzoek van het waterschap onderhoudswerkzaamheden uit tijdens een dijkversterking.
Lesson learned: Fietsers werkgebied
Gevaarlijke situaties
In 2013 en 2014 had Zeeweringen regelmatig problemen met recreanten: wandelaars en fietsers die afzettingen negeerden en toch het werkgebied in gingen. Dit leidde soms tot gevaarlijke situaties. Om ongelukken te voorkomen, zette aannemers in overleg met het projectbureau bijvoorbeeld verkeersregelaars in of aanvullende hekken en waarschuwigsborden.
Het dijktraject kent opvallend veel cultuurhistorische elementen:
Op een plaats waar veel recreanten passeren is een museumglooiing aangelegd met een diversiteit aan oude steenbekledingen:
Bij de meeste museumglooiingen ligt de oude steenbekleding op het bovenbeloop, het hoogste gedeelte van de dijk. In de Nieuw Noord-Bevelandpolder zijn de oude stenen aangebracht op het onderbeloop, op de plaats van de nieuwe steenbekleding. Om toch een superstorm te kunnen weerstaan, ligt onder de museumglooiing de nieuwe steenbekleding verborgen.
In het ecologisch detailadvies worden de aanwezige planten geïnventariseerd, zowel in de getijzone als ter plaatse van de boventafel. Op basis hiervan wordt een advies verstrekt over de soort nieuwe bekleding die moet worden gekozen om minstens een gelijkwaardige begroeiing in de toekomst te verkrijgen. Dit detailadvies is opgenomen als bijlage van de ontwerpnota.
Ecologie en landschap bepaalden een groot deel van de planning en de contracteisen. Vanwege trekvogels in de nabijgelegen inlagen moest een gedeelte van het dijktraject klaar zijn vóór 15 augustus. Bij de Schor van de Oesterput werd de werkstrook vóór de dijk smal gehouden. De onderhoudsstrook langs het schor werd afgewerkt met grond zodat deze weer groen zou worden, een eis uit het landschapsadvies. Ook werden voor een authentieke uitstraling rijen nieuwe perkoenpaaltjes geplaatst.
Door het projectbureau is een planbeschrijving opgesteld. Deze is ter inzage gelegd. Op basis van de planbeschrijving wordt door het waterschap vastgesteld dat een milieueffectrapport niet behoeft te worden opgesteld. Een verzoek tot goedkeuring Waterwet wordt aan de provincie verzonden. Deze geeft goedkeuring. Verder wordt de planbeschrijving gebruikt bij de aanvraag van vergunningen in het kader van verschillende wetgeving. Op basis van de Passende Beoordeling wordt een vergunning Natuurbeschermingswet afgegeven. Bij dit werk wordt het talud van het bovenbeloop van de naastliggende Vliete en Thoornpolder aangepast. Hiervoor wordt een nieuwe vergunning niet nodig geacht.
Verder wordt in het kader van een mogelijk benodigde vergunning in het kader van de Flora- en faunawet een Soortenbeschermingstoets opgesteld. Deze vergunning is niet nodig, de toets voldoet indien de genoemde mitigerende maatregelen worden nagekomen.
Aan het einde van het werk is een ecologische eindcontrole uitgevoerd. Het bleek dat het werk naar behoren was uitgevoerd.
Er liggen veel minicampings in de directe omgeving van het dijktraject. De communicatie was daarom toegespitst op toeristen. Er werd geen huis-aan-huiskranten verspreid, maar wel flyers voor recreanten. Om omwonenden toch goed te informeren, verscheen een uitgebreid artikel in het gemeenteblad De Peelander.
Er vonden verschillende evenementen plaats tijdens de uitvoering van het dijktraject, zoals wandeltochten en wielerrondes. Goede contacten met de gemeente zorgden ervoor dat deze allemaal voor aanvang van de werkzaamheden bekend waren bij het projectbureau. Met de evenementen werd rekening gehouden door transporten tijdelijk stil te leggen en wegen in de omgeving schoon te maken.
Een deel van het dijktraject en de inlagen is in particulier eigendom. De eigenaar heeft ook een minicamping. In het voortraject en tijdens de uitvoering is intensief contact met hem geweest, vanwege zijn grote belangen.
Een transportschip heeft bij het overvaren van een visperceel schade veroorzaakt aan fuiken. De schade is vergoed.
De transportenroutes werden gekenmerkt door smalle wegen. Dit werd opgelost door het instellen van eenrichtingsverkeer voor werkverkeer. Daarnaast waren er beperkte mogelijkheden tot het omleiden van fietsers, omdat de omleidingroutes te lang zouden zijn. Ook hier gold eenrichtingsverkeer voor werkverkeer. De chauffeurs van het werkverkeer werden in een speciale bijeenkomst ingelicht over het veiligheidsrisico. Fietsers zelf werden met borden langs de weg gewaarschuwd voor werkverkeer.
De westkant van het dijktraject heeft een diepe vooroever. Schepen kunnen hier tot aan de dijk komen. Hierdoor kon ook transport over het water plaatsvinden. Dit scheelde veel lange afstandtransporten over de weg. In het begin van de uitvoering liet de aannemer het geloste materiaal op de buitenkant van de dijk liggen. Hierdoor ontstond gevaar voor afschuiving van het talud. Later werd het materiaal direct afgevoerd naar een nabij gelegen depot.
De steenbekleding op de dijk bestond uit grote vakken Haringmanblokken en vlakke betonblokken die werden afgewisseld door een aantal kleine vakken natuursteen zoals basaltzuilen, Lessinese steen, Vilvoordse steen en Doornikse steen. Boven het grote vak met vlakke betonblokken lag een smalle strook doorgroeistenen. Verder was er een klein vak basaltonzuilen aanwezig die de beheerder in het kader van onderhoudswerkzaamheden in 1997 had aangebracht. De bovengrens van de steenbekleding varieerde van NAP + 3,5 m tot NAP + 4,7 m. De delen van het onderbeloop die daarboven liggen, het grootste deel van de berm die begint op circa NAP + 4,0 à 4,5 m, en het bovenbeloop waren met klei en gras bekleed. Lokaal waren op de berm stroken van vlakke betonblokken en doorgroeistenen aangebracht
Het traject van de Oud Noord-Bevelandpolder, Inlaag Nieuw Noord-Bevelandpolder tussen dp 1840 en dp 1870 wordt vrijgegeven voor het maken van een nieuw ontwerp. Waar efficiënt mogelijk dienen eventuele kruinhoogtetekorten in het ontwerp te worden opgelost. Het definitieve oordeel voor de aangegeven bekledingen is afhankelijk van de uitkomsten van de geavanceerde toetsing.
De ondertafel wordt grotendeels overlaagd met gepenetreerde breuksteen, afgestrooid met lavasteen. De boventafel bestaat dan uit betonzuilen. Over een klein deel wordt zowel de onder- als de boventafel bekleed met gekantelde blokken.
Ter plaatse van de Noordhoeksnol, stekdam en Glasjesnol zal achterlangs gepasseerd worden middels een verborgen glooiing. Deze verborgen glooiing bestaat uit vol en zat gepenetreerde breuksteen 10-60kg, met een laagdikte van 0,40 m en wordt aangebracht. Ter plaatse van de aansluitingen aan weerszijden wordt de bestaande, te behouden bekleding op de nol verwijderd, om na aanbrengen van de verborgen glooiing weer teruggeplaatst te worden
Op de berm wordt een nieuwe onderhoudsstrook aangelegd, die ten oosten van de dijkovergang bij de Glasjesnol (dp1854) opengesteld is voor fietsers. De onderhoudsstrook, in de richting van het schor van de Oesterput, wordt afgesloten voor fietsers.
Plaatselijk zal op verzoek van het waterschap een kruinverhoging plaatsvinden van een meter, dit wordt meegenomen binnen dit project. De dijk wordt hierdoor breder. Op een deel van het dijktraject is aan de zeezijde geen mogelijkheid voor verbreding vanwege kostbaar natuurgebied (schor). De verbreding is daar aan de landzijde uitgevoerd. Hierdoor verdween een binnendijkse weg. Ter compensatie werden twee nieuwe dijkovergangen aangelegd voor gebruik door het waterschap en een particuliere eigenaar. Op een ander gedeelte van het dijktraject vindt de dijkverbreding wel zeewaarts plaats.
Een paar studenten van de Hogeschool Zeeland onderzochten de mogelijkheid om de nollen vóór de dijk te verzwaren. Idee was dat de kruinverhoging daardoor overbodig zou zijn. De verzwaring van de nollen bleek echter dusdanig uitgebreid, dat het te duur zou worden. Bovendien zou de kruinverhoging nog altijd moeten plaatsvinden.
Een deel van de dijk heeft vanwege een getijde-geul een steile vooroever. Inventarisatie wees uit dat er voldoende ruimte was om toch een nieuwe kreukelberm aan te leggen. Ook kon er veilig gewerkt worden.
In 2007 was het aansluitende dijktraject versterkt, de Vliete- en Thoornpolder. Achteraf bleek dat het talud hier te steil was afgewerkt. Door een steilere helling dan 1:3 konden tractoren het gras niet meer maaien. Dit werd hersteld tijdens de uitvoering van de Nieuw Noord-Bevelandpolder.
Na afloop van het werk is een toetsing uitgevoerd en is het dijkvak overgedragen aan het waterschap.
Uit de kreukelberm zou een bepaalde hoeveelheid materiaal vrij komen voor hergebruik. Tijdens de uitvoering gaf de aannemer aan dat dit minder was dan op tekening was aangegeven. Hierdoor moest hij materiaal bij kopen. Hierover vonden onderhandelingen plaats.
Het open steenasfalt (OSA) voor het onderhoudspad werd aangebracht met een asfalteermachine in plaats van met een kraan. Dit werkte sneller en gaf een strakker resultaat. Aandachtspunt bij deze manier van werken is dat op de plaats waar het onderhoudspad aansluit op de steenbekleding, de betonzuilen erbovenuit kunnen steken. Dit kan ondervangen worden door de fundering van het onderhoudspad wat hoger aan te brengen, zodat het asfalt altijd boven de zuilen uitkomt.
Er kwamen regelmatig wandelaars en fietsers in het werkgebied, ondanks de afzettingen. Dit leidde tot onveilige situaties. Werknemers van de aannemer stuurden onbevoegden weg. Er zijn geen ongelukken gebeurd. Een deel van het dijktraject moest vanwege natuurwaarden half augustus afgerond zijn. Hierdoor bleef overlast door recreanten in het toeristisch hoogseizoen beperkt.
Context VN set links: model =