Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context
Model link = PBZ onderzoek en innovatie Teenbestortingen
Result = PBZ onderzoek en innovatie VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces
Model link = PBZ onderzoek en innovatie Teenbestortingen
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes
Model link = PBZ onderzoek en innovatie Teenbestortingen
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of
Model link = PBZ onderzoek en innovatie Teenbestortingen
Result = PBZ onderzoek en innovatie VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of
Model link = PBZ onderzoek en innovatie Teenbestortingen
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns
Model link = PBZ onderzoek en innovatie Teenbestortingen
Result =
End Set VN link
Onder een teenbestorting of kreukelberm wordt dat deel van de dijk verstaan dat onderaan (op of in het voorland) ligt ter bescherming en ondersteuning van de teenconstructie. De kreukelberm bestaat uit los gestorte, of eventueel gepenetreerde, waterbouwsteen. De teenconstructie bestaat vaak uit houten palen met een schot en betonband of een houten damwand.
De toetsing en het ontwerp van teenbestortingen bij dijken in Nederland worden momenteel uitgevoerd met de rekenregel uit het Technisch Rapport Steenzettingen of een hiervan afgeleide, verbeterde rekenregel. Er is echter vastgesteld dat er nog veel onduidelijkheid is omtrent de stabiliteit van de teenbestorting van een dijk met steenzetting. Het feit dat boven de breuksteen van de teen een glad talud aanwezig is, heeft invloed op de stabiliteit van de teen.
Er is nu getracht zoveel mogelijk beschikbare modelonderzoeken uit het verleden mee te nemen bij het opstellen van een nieuwe rekenregel. De huidige rekenregels veronderstellen dat er één maatgevende waterstand is op basis waarvan direct de benodigde steensortering berekend kan worden. Bij het gebruik van deze rekenregels is echter gebleken dat er bij meerdere waterstanden een significante schade kan optreden. Daarom is er bij een storm met een variërende waterstand niet één maatgevende waterstand, maar moet de schade voor alle relevante waterstanden gesommeerd worden. Verder maken de rekenregels gebruik van meerdere ontwerpformules, die specifiek van toepassing zijn op hoge of op lage waterstanden. Deze formules hebben wel een overlap, maar sluiten niet op elkaar aan. E.e.a. maakt dat de huidige rekenregels niet nauwkeurig zijn en gemakkelijk kunnen leiden tot over- of onderdimensionering.