Duurzaamheid is een hot item bij Rijkswaterstaat en dus ook bij het verbeteren van dijken. Binnen project Zeeweringen is de aandacht vooral gericht op de betonzuilen. Deze worden in grote hoeveelheden gebruikt en bovendien heeft de cementindustrie een grote bijdrage aan de uitstoot van CO2. Daarnaast bood de markt de mogelijkheden voor verschillende varianten om het aspect duurzaamheid te benaderen.
In de contracten voor de verbetering van de steenbekleding wordt duurzaamheid gewaardeerd d.m.v. het toepassen van EMVI-criteria (duurzame producten leveren een fictieve korting op de inschrijfprijs). De duurzaamheid van de betonzuilen wordt uitgedrukt mbv MKI (MilieuKostenIndicator). In deze MKI zitten o.a. de LCA van het product (winning grondstoffen, productie), het transport van het product naar het werk. Deze getalsmatige benadering van duurzaamheid maakt het mogelijk om producten op een gelijkwaardige manier te vergelijken en te waarderen.
Op dit moment worden er twee ideeën toegepast om de betonnen dijkbekleding duurzamer te maken:
Een 'eenvoudige' manier om een betere MKI-score te verkrijgen is het toepassen van minder beton. Om dit te kunnen verwezenlijken is door Hill Inovations en Martens beton b.v. een nieuw type betonzuil ontwikkeld en op de markt gebracht: het Hillblock. Minder beton betekent, minder cement, maar ook minder gewicht om te vervoeren.
Het vervangen van bv cement door slak en zand en grind door hergebruikte materialen in het beton is een bekende manier om beton duurzamer te maken. Dit is technisch echter niet zo simpel als het lijkt. Bij de werken van 2013 is in dit proces een grote stap gemaakt. Haringman betonwaren bv (leverancier van Hydroblocks) heeft het hele productieproces en de samenstelling zover kunnen optimaliseren dat zij een, qua samenstelling, veel duurzamere betonzuil hebben kunnen produceren.
Er wordt nu volop gekeken naar nog duurzamere producten, te denken valt aan 'cementloze' beton. Daarnaast is er een traject opgestart om het aantonen van de duurzaamheid van producten te certificeren om zo meer eenduidigheid en duidelijk over dit toch ingewikkelde traject te krijgen.
Ook nieuwe, duurzame betonzuilen dienen aan alle eisen te voldoen. Samenstelling en sterkte worden op basis van o.a. NEN7024 getoetst. Daarnaast geldt dat elke type betonzuil in een grootschalige golfgoot (conform de geldende standaard van RWS) getest dient te zijn (zie: Innovatieve bekledingen).